Een goed begin is het halve werk…
Om ‘lekker’ te kunnen hardlopen, helpt het als ons lichaam is opgewarmd. Voor een wedstrijd zie je de lopers ‘inlopen’ en oefeningen doen. Door het lichaam eerst rustig op te warmen, wordt de kans op blessures kleiner. Hetzelfde geldt voor een training, die begint met ‘warm worden’, daarna volgt de daadwerkelijke training.
Tenslotte is er een ‘cooling down’. Deze fase zorgt ervoor dat je lichaam eerder en makkelijker herstelt van de prestatie.
Waaruit bestaat een ‘warming up’?
- 10 minuten actief wandelen of (zeer) rustig hardlopen. Dit zorgt ervoor dat de spieren goed doorbloedt raken, en het hart wordt geactiveerd
- losmaak-oefeningen en dynamisch rekken. Niet statisch rekken, want dat verhoogt de kans op blessures
- balans- en krachtoefeningen. Hoewel het beter is om deze los van de hardloopsessie te doen. We doen ze wel tijdens de training, om ze te oefenen
- loopscholing, dit zijn oefeningen voor een betere hardlooptechniek
Waaruit bestaat een ‘cooling down’?
- oefeningen die de spieren weer soepel maken. Door het hardlopen worden de spieren stijver
- oefeningen die zorgen dat het melkzuur uit de (been-)spieren sneller wordt afgevoerd
WU: Losmaakoefeningen en dynamisch rekken:
WU: Kracht en balansoefeningen
WU: Loopscholing:
Deze week de kruispas, met als belangrijkste focus:
- souplesse in de heupen
- landen op de bal van je voet
- een goede snelle armbeweging

